Praag is de hoofdstad en grootste stad van de Centraal-Europese republiek Tsjechië. De officiële naam is hlavní město Praha, wat hoofdstad Praag betekent. De gemeente Praag vormt een eigen district (okres) en regio (kraj).

Daarnaast is het de hoofdplaats van de regio Midden-Bohemen, hoewel de stad daar geen deel van uitmaakt.

Praag wordt beschouwd als een van de mooiste steden van Europa[1] en het historische centrum staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is dan ook de op vijf na meest toeristische stad van Europa.[2] De Gouden Stad, zoals de bijnaam van Praag luidt, ligt aan de rivier de Moldau. Gedurende het bestaan van de staat Tsjecho-Slowakije en tot en met het jaar 1992 was Praag de hoofdstad van deze natie.

Net als andere Europese steden groeide Praag in de 19e eeuw snel door de Industriële revolutie. Naar aanleiding van de nationale wedergeboorte werd in 1818 het Nationaal Museum opgericht. In 1834 werd op 21 december voor het eerst het theaterstuk opgevoerd met daarin het lied Kde domov můj, wat nu het Tsjechische volkslied is. Door een sterke trek vanuit de Tsjechischtalige omgeving verloor Praag rond het jaar 1855 zijn sinds de middeleeuwen bestaande Duitstalige meerderheid. Economisch en cultureel gezien maakte Praag in de tweede helft van de 19e eeuw een stormachtige ontwikkeling door. De oprichting van het Nationaal Theater inspireerde vele componisten. De opera's van Bedřich Smetana en Antonín Dvořák werden in deze tijd geschreven. De opdeling van de Karelsuniversiteit in een Duitstalige en een Tsjechischtalige universiteit aan het einde van de 19e eeuw kenmerkt de conflicten tussen de bevolkingsgroepen in die tijd.

Op 28 oktober 1918 werd de zelfstandigheid van Tsjecho-Slowakije uitgeroepen, met Praag als hoofdstad. Enkele jaren later, in 1922, werd Groot Praag gecreëerd, toen de stad werd samengevoegd met een groot aantal van haar buitenwijken en voorsteden. Enkele van de grootste steden die werden toegevoegd zijn Smíchov, Břevnov en Vinohrady, nu allemaal wijken van Praag.

Op 15 maart 1939 vielen Duitse troepen Tsjecho-Slowakije binnen. Praag werd de hoofdstad van het Protectoraat Bohemen en Moravië. Emil Hacha, die al president van Tsjecho-Slowakije was, bleef tot 1945 president van het protectoraat onder Duits toezicht. Tot dat jaar bleef Praag bezet door de Duitsers. In de Tweede Wereldoorlog werd de stad nauwelijks vernietigd, doordat ze lange tijd buiten het bereik van de geallieerde luchtmacht viel. In tegenstelling tot Pilsen bezat Praag ook geen belangrijke oorlogsindustrie.

Op 5 mei 1945 werden de inwoners van Praag via de radio tot opstand opgeroepen. Op diezelfde dag was het leger van de Amerikaanse generaal Patton aangekomen in Pilsen (slechts enkele uren verwijderd van Praag), terwijl het Sovjetleger van maarschalk Konev bij de grens van Moravië was. Generaal Patton was een voorstander van het bevrijden van Praag, maar de instructies van generaal Eisenhower waren anders. Eisenhower had gevraagd aan de Sovjetleiding om hem toestemming te geven op te rukken naar Praag, maar hem werd gezegd dat Amerikaanse hulp niet nodig was. Op de Conferentie van Jalta was afgesproken dat het Rode Leger Bohemen zou bevrijden, dus zo geschiedde. Op 9 mei 1945 werd Praag uiteindelijk bereikt door het Sovjetleger. Tijdens de Duitse bezetting vonden 270.000 inwoners van Tsjecho-Slowakije de dood, waarvan 77.297 joden. Op een synagoge in Praag is een inscriptie van de namen van de joden die in Tsjecho-Slowakije de dood vonden.

Na de oorlog werd de Duitse bevolking van Praag verdreven, voor zover zij nog niet waren gevlucht. Praag was nu weer de hoofdstad van Tsjecho-Slowakije geworden. Met de staatsgreep van 25 februari 1948 greep de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije de politieke macht. Er volgde een tijd van onderdrukking, die pas in de jaren 60 enigszins gematigd werd. 1968 was het jaar van de Praagse Lente, maar in augustus van dat jaar werd deze vreedzame matigingspoging hard neergeslagen door de Sovjet-Unie, Polen, Hongarije en Bulgarije, vier partners uit het Warschaupact. Het bekendste protest tegen de Sovjetbezetting is de symbolische zelfverbranding van Jan Palach op 16 januari 1969.

In 1989, nadat de Berlijnse Muur was gevallen en de Fluwelen Revolutie had plaatsgevonden, werd Tsjecho-Slowakije in 1989 bevrijd van communistische invloeden. Praag profiteerde enorm van de nieuwe situatie, wat een sterke economische groei tot gevolg had.

In 1993, na de splitsing van Tsjecho-Slowakije in Tsjechië en Slowakije, werd Praag de hoofdstad van de Tsjechische Republiek. Daarnaast werd de stad hoofdstad van twee administratieve regio's (de regio Praag en de Centraal-Boheemse Regio) en drie districten (het district Praag, district Praag-West en district Praag-Oost).

In het jaar 2002 werd Praag vervolgens, samen met andere grote delen van Midden-Europa, getroffen door overstromingen van de Moldau. Onder andere het metronetwerk en de wijk Karlín ondervonden grote hinder van het hoogwater.

In de stad is een groot aantal musea gevestigd. De oudste, grootste en bekendste is het Nationaal Museum (Národní muzeum). Het hoofdgebouw van het tientallen gebouwen tellende museum staat aan het Wenceslausplein in de Nieuwe Stad. Binnen Praag behoren onder andere ook het historische museum in de Praagse burcht, het Antonín Dvořák-museum in de Villa Amerika en het Bedřich Smetana-museum in de buurt van de Karelsbrug - beide laatste als onderdeel van het Tsjechisch Muziekmuseum - tot de dependances van het Nationaal Museum. De tentoonstellingen van de Nationale Galerie (Národní galerie v Praze) zijn eveneens over de hele stad verdeeld. In de wijk Malá Strana bevindt zich het museum voor moderne kunst Museum Kampa.

In het Museum van de hoofdstad Praag (Muzeum hlavního města Prahy), in de buurt van metrostation Florenc, zijn tentoonstellingen te vinden over de geschiedenis van de stad. In de wijk Josefov is het in 1906 opgerichte Joods Museum (Židovské Muzeum v Praze) gevestigd, alsmede het Museum voor toegepaste kunst (Praag), en in Smíchov staat het biermuseum van de brouwerij Staropramen. In Střešovice is een museum over het openbaar stadsvervoer in Praag ondergebracht.