Za. 26/05/2012 Val di Sole - Passo dello Stelvio 218 km - bergetappe
De Passo dello Stelvio (Duits: Stilfserjoch) is een bergpas in de Italiaanse Alpen. De bergpas is vooral bekend vanwege wielrenetappes in de Ronde van Italië. De Stelvio is één van de hoogste verharde bergpassen in de Alpen; onder andere de Col de l'Iséran (F), de Col d'Agnel (Agnelpas) (F/I) en de Col de la Bonette (F) zijn hoger.
De Stelvio is één van de zwaarste beklimmingen in de wielersport vanwege de lengte en het hoogteverschil van de klim. De klim vanuit Prato Allo Stelvio kent 48 haarspeldbochten die vanaf de boomgrens (en de top) goed zichtbaar zijn. Hoewel de bergpas altijd voor spektakel zorgt in de Ronde van Italië, is hij slechts tien keer verreden omdat de bergpas in het voorjaar nog gesloten kan zijn vanwege sneeuwval.
De Stelviopas ligt op de grens van de Italiaanstalige provincie Sondrio en het Duitstalige Zuid-Tirol. Ten oosten van de pas liggen de Ortler Alpen met als hoogste punt de Ortler en nog dichterbij de Monte Livrio op wiens gletsjers gedurende het zomerseizoen geskied wordt. In het noorden ligt de Dreisprachenspitze, het ontmoetingspunt van drie talen; Italiaans, Duits en Reto-Romaans. Tenslotte ligt in het zuiden de Monte Scorluzzo die als een van de gemakkelijkst te beklimmen drieduizenders geldt. De pas ligt in het hart van het Nationaal Park Stelvio, één van de oudste (1936) en grootste nationale parken van Europa. Nog geen drie kilometer van de pashoogte, in de afdaling naar Bormio, ligt de zijweg naar de Umbrailpas, de hoogste berijdbare pas van Zwitserland die vanaf daar nog slechts tweehonderd meter verwijderd is.
Begin 18de eeuw wilde Ferdinand I van Oostenrijk een weg aanleggen die Val Venosta direct verbond met Milaan dat toen onder Oostenrijks bewind stond. De weg moest lopen over het bergzadel ten noordwesten van de Ortler. Ingenieur Carlo Donegani uit Sondrio, die al eerder de Splügenpas aanlegde, kreeg de taak de weg vorm te geven. In 1822 werd met de bouw begonnen. Amper drie jaar later was de weg voltooid. Tot 1915 werd de Stelviopas het gehele jaar bereden door koetsen. Gedurende de winter werd de weg door sneeuwscheppers berijdbaar gehouden. Tegenwoordig is de pas echter voor verkeer gesloten van eind oktober tot begin mei. Gedurende de Eerste Wereldoorlog vonden er zware gevechten plaats op de pas tussen het Italiaanse en Oostenrijkse leger. Vanaf 1918 waren beide zijden van de pashoogte Italiaans. De Stelviopas was niet langer meer de belangrijke verbinding Milaan-Wenen en werd hierdoor net als de andere hoge passen 's winters afgesloten. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde Giuseppe Pirovano van de Club Alpino Italiano hier een skischool en was het mogelijk hier 's zomers op de uitgestrekte gletsjers te skiën. Tegenwoordig staan er op de pashoogte verschillende grote hotels en gaan er diverse skiliften verder het gebergte in. De geldautomaat van de Banco Popolare di Sondrio heeft de eer de hoogste van Europa te zijn
De Stelvio is in 1953 voor het eerst beklommen. Fausto Coppi, die vijfmaal de Ronde van Italië won, kwam als eerste boven. Marco Pantani loste, tijdens de voorlaatste beklimming van de pas in 1994, de favorieten Miguel Indurain en de eindwinnaar van de Ronde van Italië in dat jaar, Jevgeni Berzin. De meest recente beklimming van de Stelvio in de Ronde van Italië vond plaats in 2005. De Venezolaan José Rujano kwam als eerste boven. In 2012 zal de Stelvio weer bedwongen worden in de Giro, en wel op de laatste zaterdag.
Het Val di Sole of de Valle di Sole (zonnedal) is een gebied in de Italiaanse provincie Trentino. Het Val di Sole is een andere naam voor het Val Vermiglio, het west-oost lopende dal van de rivier Noce, en enkele zijdalen, waaronder het Val di Peio naar de Ortler.
Het Val Vermiglio bevat onder andere de plaatsen Vermiglio, Peio, Dimaro en Croviana.
Het Val Vermiglio loopt naar de Tonalepas. Aan de andere kant van de pas (en in het verlengde van het Val Vermiglio) begint het dal van de Oglio dat naar Edolo loopt. In het noordwesten wordt het gebied begrensd door het Ortlermassief met het beschermde natuurgebied Parco Nazionale dello Stelvio, in het zuidwesten door het Adamellomassief met het Nationaal Park Parco Naturale Adamello Brenta. In het zuiden van het gebied ligt de skiplaats Madonna di Campiglio, net over de Campo Carlo Magno, een pas naar het Val Rendena.
In het oosten houdt de regio op bij Cagnò, waar het hoofddal ombuigt naar het zuiden alvorens uit te komen op het dal van de Adige ten noorden van Trento.