Tortosa is een kleine stad en gemeente in de Spaanse autonome regio Catalonië, in de provincie Tarragona. Op 1 januari 2005 telde Tortosa iets meer dan 33.000 inwoners.
Het is de hoofdstad van de comarca Baix Ebre. Tortosa ligt in het uiterste zuiden van Catalonië, op slechts een paar kilometer afstand van de Costa Dorada en het Nationale Park Delta del Ebro.
Tortosa heeft in het verre verleden een grote Joodse gemeenschap gehad.
Een grafsteen gegraveerd in drie talen (Hebreeuws, Latijn en Grieks) getuigt van het vroege bestaan van een joodse gemeenschap in de stad. De Joodse wijk is gelegen in het noordelijke deel van de stad, de wijk die bekend staat als Remolinos. Dde Joodse begraafplaats (waarvan slechts een paar grafstenen bewaard zijn gebleven) was gelegen in het oosten van de stadsmuur.
De periode van de Moren
Tijdens deze periode waren de Joden van Tortosa actief in de landbouw en in een bloeiende maritieme handel. Er werden intensieve commerciele contacten onderhoudsen met Joden in Barcelona en Zuid-Frankrijk. De stad was ook een centrum van joodse wetenschap, zoals blijkt uit 10e-en 11e-eeuwse geschriften die blijk gaven van een hoog niveau van Talmoed kennis. De dichter, grammaticus en lexicograaf Menahem b. Jacob ibn Saruq (midden 10e eeuw) was een inwoner van Tortosa en keerde terug naar zijn geboorteplaats na het verliezen van de bescherming van Ḥisdai Ibn Shaprut van Córdoba. Een andere inwoner van Tortosa, de arts en geograaf Ibrahim b. Yaqub, Menahem's tijdgenoot, werd uitgezonden door kalief Al-Hakam II voor verkenningen van West-en Centraal-Europa. De Hebreeuwse liturgische dichter Levi b. Isaac ibn Mar Saul leefde in Tortosa in het begin van de 11e eeuw. Men schat Joodse bevolking Tortosa in de 11e eeuw op ongeveer 30 gezinnen.
Onder de Christelijke heerschappij
Ramon Berenguer IV, graaf van Barcelona veroverde Tortosa op de Moren in 1148. Een deel van het grondgebied veroverd op de Moren werd door Berenguer aan de Joden gegeven voor wijngaarden en tuinen. Een belangrijke aanvulling op de ambachten, handel en scheepvaart. Bovendien kregen de Joden aantrekkelijke privileges, hetgeen nog meer Joden naar deze stad trok.
Tegen het einde van de 14 eeuw (1391) werden de Joden steeds meer vervolgd - mede door het feit dat ze als veroorzakers van de Pest werden gezien.
Mede als gevolg van het Dispuut van Tortosa (1412) herstelde de situatie voor de Joden zich enigszins en waren de komende decennia relatief rustig.
Tegen het eind van de 15e eeuw verslechterden de omstandigheden snel en in 1492 werden alle Joden uitgewezen - dus ook uit Tortosa.
De Geschiedenis van de stad
In ca. 714 veroverd door Moslims op de Visigoten. De latere Frankische koning Lodewijk de Vrome voerde als koning van Aquitanië samen met Bera (graaf van Barcelona) in 804, 808 en 809 verscheidene campagnes ter uitbreiding van de zuidgrens van de Spaanse Mark. Tortosa werd verscheidene malen aangevallen en belegerd. In 809 belegerde de Frankische troepen en die van Bera de stad voor veertig dagen. De nieuwe emir van Cordoba, Abd ar-Rahman II, trok op tegen de belegeraars. De islamitische historicus Al Maqqari schreef over een overwinning voor de moslims, terwijl de historicus Astronomus meldde dat de sleutels van de stad aan Lodewijk overhandigd werden die daarna weer vertrok.
Van ca. 1009 tot 1060 en van 1081 tot 1099 was de stad een zelfstandige taifa. De Almohaden, een berber dynastie uit Marokko, onder Abd al-Moe'min kwamen in 1145/1148 in bezit van Tortosa.
Op 31 december 1148, na een belegering van vijf maanden door graaf Raymond Berengarius IV van Barcelona en ridders uit onder meer Genua, Friesland, Vlaanderen en Engeland kwam de stad, dat ruim 4 eeuwen islamitisch was, aan het Koninkrijk Aragon.
In 1149 werd de stad tevergeefs door de Moslims belegerd. De vrouwen hielpen de stad verdedigen en graaf Raymond Berengarius IV van Barcelona stelde voor hen de "Orde van de Dames van Tortosa", ook wel "Orden de la Hacha" genoemd, in.
Het markizaat van Tortosa was een middeleeuwse mark in het gebied rondom de Spaanse stad Tortosa.
Ontstaan
Met de hulp van de graaf Armengol VI van Urgell veroverde Ramón Berenguer IV, graaf van Barcelona, vanaf ongeveer 1140 grote delen van Catalonië en Aragon op de Moren.
Toen in 1147 een Genuaanse vloot Barcelona aandeed en Ramón tevens de steun kon krijgen van een troepenmacht uit Zuid-Frankrijk besloot de graaf het kasteel La Zuda bij Tortosa aan te vallen. De Moren vroegen om een wapenstilstand. Deze werd toegestaan op voorwaarde dat ze de strijd zouden staken als aan het einde van het jaar 1148 bleek dat de Moorse koning geen hulptroepen zond.
Uiteindelijk gaven de Moren zich op 31 december 1148 over na een belegering van vijf maanden. Het gebied was op dat moment sinds 714 door de Moren bezet. De streek die Raymond Berengarius IV op deze manier in handen kreeg wordt aangeduid met Bajo Ebro, in het Catalaans Baix Ebre.
In oktober 1149 deden de Moren een vergeefse poging om het gebied terug te veroveren en op 30 november 1149 kregen de inwoners van Tortosa door Raymond Berengarius IV speciale privileges en rechten toegewezen. Vanaf dat moment heette het gebied marchio Dertose et llerde, in het Nederlands, de mark van Tortosa en Lerida.
De titel van markies was echter tot 1328 slechts een eretitel die niet gekoppeld was aan politieke of administratieve privileges. Het land werd onderverdeeld in heerschappen die werden geschonken aan edelen die bij de Reconquista hielpen.
Van Alfons IV tot de Reyes Católicos
In 1328 wees Alfons IV van Aragón de titel van markies van Tortosa toe aan zijn zoon Ferdinand. Dit gebeurde onder druk van zijn echtgenote Eleonora van Castilië die het markizaat als nalatenschap voor Ferdinand wilde. Dit bracht Alfons IV in de problemen omdat dit tegen de regels was zoals die bestonden sinds Jacobus II van Aragón. Die had namelijk vastgesteld dat het koninkrijk Aragón, het koninkrijk Valencia en het graafschap Barcelona één waren en niet opgedeeld mochten worden. Door Tortosa aan een nazaat van de kroon van Castilië te schenken werd hierin afgeweken. In Daroca op 20 augustus 1328 werd vervolgens door de zoon en opvolger van Alfons IV, Peter IV van Aragón, bepaald dat afstand doen van deze gebieden illegaal was en dat deze weer aan de kroon van Aragón terug moesten vallen.
In 1365 hield de vrouw van Peter IV van Aragón, Eleonora een Cortes in Tortosa, waarin ze nogmaals bepaalde dat Tortosa onderdeel uitmaakte van het koninkrijk. In 1469 trouwde Ferdinand II van Aragón met Isabella I van Castilië waardoor de eenwording van Spanje tot stand kwam. Het gebied viel vervolgens onder het Spaanse koninkrijk.