Riga is de hoofdstad van Letland en met circa 720.000 inwoners de grootste stad in de Baltische landen. De stad ligt aan weerszijden van de Westelijke Dvina, dicht bij de monding in de Oostzee (Golf van Riga). Het is het politieke, economische en culturele centrum van Letland.
In 1710 veroverde Rusland onder tsaar Peter de Grote alle Baltische landen en bij de Vrede van Nystad werden Lijfland en Estland Russische gouvernementen (de zogenaamde Baltische provincies). De verarming was in deze tijd groot; een derde deel van de bevolking was gestorven in en, door epidemieën, na de oorlog. De uitoefening van het gezag werd overgelaten aan de vanouds Duitstalige elites, dat wil zeggen de grootgrondbezittende Baltische adel (de Ritterschaft, spottend ook wel de |Baltische baronnen genoemd) en de stedelijke burgerij. Die situatie bleef bestaan tot aan het einde van de 19de eeuw. De stadsbevolking was toen nog maar voor amper de helft Duitstalig maar de instroom van Letten van het platteland deed zich meer en meer gelden.
In die tijd begon de Russische regering met een centraliseringspolitiek die de Baltische landen onder een Russische bureaucratie bracht en cultureel wilde russificeren. De stad Riga werd naast Sint-Petersburg de tweede haven van het Russische Rijk en breidde zich in snel tempo uit. De russificatie maakte een einde aan de sinds de oprichting van de stad Duitstalig gedomineerde cultuur. In theaters, literaire en wetenschappelijke verenigingen en in de media kwam voor het eerst ook plaats voor de Letse taal. Maar dat gold niet voor het onderwijs want dat vormde een speerpunt in de russificatiepolitiek. Eeuwenlang was het Duitstalig geweest maar nu moest het plaats maken voor Russischtalige staatsscholen. Door deze russificatie verdween een deel van de oude Duitstalige elite naar Midden-Europa waar zij betere carrièremogelijkheden in de wetenschap, de ambtenarij en het (Duitse) leger vonden.
Niettemin bleef de culturele oriëntatie Midden-Europees, wat bijvoorbeeld uit de bouwstijl van het fin de siècle blijkt.
In het begin van de 20ste eeuw was de oude Duitstalige elite politiek onttroond terwijl de nieuwe Russische ambtenarij haar nog niet geheel had kunnen vervangen. In het vacuüm daartussen manifesteerde zich het opkomend nationalisme van de Letten en dat deed het in links en anarchistisch radicale vormen, vooral in Riga waar na Moskou en St. Petersburg het grootste aantal industriële arbeiders van Rusland woonde.
Bezienswaardigheden
De belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zich in de oude binnenstad welke ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. De binnenstad bevindt zich op de rechter oever van de Westelijke Dvina en wordt omringd door vestingwerken.
De art nouveauliefhebbers komen in Riga volop aan hun trekken. Michail Eisenstein, de vader van filmregisseur Sergej Eisenstein, is wel de bekendste architect van een aantal van de vele art-nouveauhuizenblokken in het zogenaamde "Stille Centrum", een wijk ten noorden van de oude stad. In deze wijk zorgt de art nouveau-architectuur voor een apart contrast met de overige traditionele houten woningen.
De belangrijkste toeristische trekpleisters zijn:
Petruskerk
De Dom
Bezettingsmuseum
Stadhuis
Huis van de Zwartkoppen
Vrijheidsmonument
Slot van Riga
Universiteit van Letland
Art nouveauwijk
Radio- en tv-toren van Riga