Tbilisi (Georgisch: თბილისი; letterlijk Warme Springbron) is de hoofdstad van Georgië. Tbilisi ligt aan de rivier de Koera (Georgisch: Mtkvari), en heeft meer dan 1.4 miljoen inwoners. De naam is afgeleid van het oud-Georgische woord T'pilisi en was tot 1936 bekend als Tiflis (ტფილისი).
Deze naam wordt soms ook nog gebruikt. Tbilisi is ook één van de regio's (mchare) van het land. De stad heeft een oppervlakte van 726 km². De stad heeft een universiteit en enkele hogescholen. Een thermische krachtcentrale in stad Gardabani in de provincie Kvemo Kartli voorziet Tbilisi van het grootste deel van zijn energie.
Voor meer informatie zie ook onder de kaart
De stad zou opgericht zijn in 5de eeuw door Vachtang I Gorgasali, koning van Iberië (Kartli) en hij maakte er zijn hoofdstad van in de 6de eeuw. Volgens een oude legende werd de huidige grondgebied van Tbilisi nog tot 485 bedekt met bossen. Een algemeen aanvaarde versie van de legende de koning van Iberië, Vachangt I Gorgasali op jacht was in de zwaar beboste regio met een valk (soms ook vervangen door een havik of andere kleine roofvogel. Toen de valk een fazant gevangen had vielen zij samen in een warmwaterbron. Hij was zo onder de indruk door de warmwaterbronnen dat hij beval de bos te snoeien en er een stad te stichten. De naam van de stad is dan ook afgeleid van warm, Tpili (თბილი). De naam "Tbili" of "Tbilisi" ("warme locatie") werd gegeven aan de stad vanwege zijn bezet van al van zwavelzuur warmwaterbronnen die uit de grond kwamen. De stad is de hoofdstad van diverse Georgische staten geweest, maar is ook vaak door buitenlandse heersers bezet, onder meer door Arabieren en door Turken.
In 1801 kwam Tiflis onder het gezag van het Russische Rijk. Vanaf 1846 was Tiflis het bestuurlijk centrum van het gelijknamige gouvernement Tiflis. Vanaf het begin van de 19de eeuw begon Tbilisi economisch en politiek te groeien. De gebouwen in de stad kregen een meer Europese stijl. Er werden nieuwe wegen en spoorwegen gebouwd om Tbilisi met andere belangrijke Russische steden. Na de jaren 1850 kwam Tbilisi weeral naar voor als een belangrijke handels en culturele centrum. Ilia Tsjavtsjavadze, Akaki Tsereteli, Iakob Gogebasjvili, Aleksandr Gribojedov en andere staatslieden, dichters en kunstenaars vonden hun geluk in Tbilisi. Na de Russische Revolutie was Georgië korte tijd onafhankelijk, met Tiflis als hoofdstad. In 1921 viel het Rode Leger Georgië binnen. Tiflis werd vervolgens de hoofdstad van de Trans-Kaukasische Federatie, en later van de Sovjetrepubliek Georgië, die deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. In 1936 werd de naam veranderd naar Tbilisi.
In 1991 werd Tbilisi de hoofdstad van de onafhankelijke republiek Georgië.
Bezienswaardigheden
Tbilisi heeft ook bezienswaardigheden, waaronder:
De Sionikikathedraal, waarvan de fundering dateert uit de 7e eeuw maar die is herbouwd in 1795.
Een kasteel uit de 13e eeuw
enkele monumentale botanische tuinen.