De Kathedraal van de Voorbede van de Moeder Gods op de Greppel (Russisch: Собор Покрова Пресвятой Богородицы, что на Рву, Sobor Pokrova Presvatoj Bogoroditsy ofwel Покровский собор, Pokrovski Sobor) of Basiliuskathedraal (Храм Василия Блаженного, Chram Vasilija Blazjennogo d.i. Kerk van Basilius de Zalige) in Moskou (Rusland) is de belangrijkste blikvanger van het Rode Plein.
De kathedraal werd tussen 1555 en 1560 gebouwd in opdracht van Ivan IV (Ivan de Verschrikkelijke), ter ere van diens overwinning op de Wolga-Tataren in de stad Kazan. Een legende verhaalt dat Ivan de architect, Postnik Jakolev, bijgenaamd Barma de mompelaar, na voltooiing van zijn werk vroeg of hij een nog mooier gebouw kon maken. Toen de architect bevestigend antwoordde, liet de tsaar hem de ogen uitsteken, om er zeker van te zijn dat de Pokrovkathedraal het mooiste gebouw zou blijven. Dit is echter een mythe; de architect heeft daarna nog andere gebouwen ontworpen. De volledige naam van het kerkgebouw luidt Sobor Pokrova, tjsto na rvoe (Собор Покрова, что на рву), hetgeen "Kathedraal van de voorbede van de Moeder Gods op de greppel" betekent. De Pokrovkathedraal verving een oudere verlaten kerk op dezelfde plaats. De kerkwijding vond plaats op 12 juli 1561.
Vier jaar na de dood van Ivan IV werd aan de noordoosthoek van de kathedraal een kerk gebouwd, vermoedelijk door dezelfde architect. In opdracht van Tsaar Fjodor werden de relikwieën van de heilige dwaas Vasili (ofwel Basilius) 1588 in eerdergenoemde kerk geplaatst, die naar deze heilige genoemd werd. Vasili, dwaas in Christus, genoot grote verering en omdat in deze kerk dagelijks diensten gehouden werden, in tegenstelling tot de andere kerken die deel uitmaken van de kathedraal, ging men deze kathedraal steeds vaker "de kerk van Vasili de dwaas", in het Nederlands Basilius de Zalige, noemen. Onder deze naam heeft dit bouwwerk meer internationale bekendheid.